woensdag 23 januari 2008

Nederland. Zo gek nog niet





Italianen en Filosofie

Hoogcultuur met de grote H. Want dat is belangrijk voor de italianen. De Boeken met de grote B van de Namen met de grote N moeten worden gelezen en becommentarieerd. Zoals het hoort natuurlijk. En de klassiekers hoor je goed te vinden. Dus de Ilias en Aristotoles en Plato zijn onze voorbeelden. En iedereen die eenmaal op een voetstuk staat is goed, en daar zal iedereen het mee eens zijn!

Gister ging ik naar een lezing van een heel bekende, grote italiaanse filosoof (zo werd mij verteld), over de filosofie van het concept reizen, zoals u weet een groot thema uit de geschiedenis (want dat is belangrijk). Zijn autoriteit stond vanaf het begin al vast, want: Het is zo'n grote man, en hij is zo belangrijk voor de italiaanse cultuur(en als italianen dat in hun leven 10 keer hebben gehoord, dan nemen ze dat vanzelf over). Ah bovendien is hij de burgemeester van Venetie (ja, dat kan gewoon, burgemeester en filosoof tegelijk zijn, hier begon ik al iets te twijfelen over de grootheid van de meneer in kwestie) De ingredienten waren klassiek of in ieder geval algemeen geaccepteerd: De ilias van Homerus, die van James Joyce, en dan nog wat aristoteliaans gedefinieer in de zin van 'De mens is ....', De filosoof is ....', De reis is '....', De reis heeft een doel. De reis is een samenkomst van ervaringen (oeeh diep!). Tegenwerpingen werden gelijk door het publiek uitgejoeld, en overigens ging de spreker daar maar al te graag in mee, en liet alleen zijn vriendjes de professoren wat zeggen. Een paar mooie quotes:

'De anathon van de filosoof, een grieks begrip, wat moeilijk te definieren is, maar zoiets als 'het hoogste', 'Het ultieme goed' is niet-zijn, geen zijn maar niet-zijn, het is geen creatie, maar de-creatie'
'De reis is een samenkomst van ervaringen, en heeft altijd een doel'
'De ware kennis ligt in de taal. De ware kennis ligt in de taal! Er is geen waarheid buiten die taal'

(even later) 'maar de waarheid is boven de taal! Boven de taal, buiten de taal!'

Waar het op sloeg, ik heb geen idee. Een vriend vraagt aan mij bij het naar buiten gaan: 'Heb je het gesnapt? Vast niet he? Het was best moeilijk'. Maar volgens mij heb ik alles gesnapt wat er te snappen viel. Dat het allemaal larie is, verpakt in een mooi Heideggeriaans/aristoteliaans verhaaltje. Filosoferen als generalisatie, net of er meer te zeggen valt als alles gegeneraliseerd wordt. Op een begeven moment begon hij zelf de westerse mens te definieren: De westerse mens is op zoek, vindt geen rust.

Nee, want die lui uit azie zitten altijd alleen maar een potje te mediteren en rustig te zijn. (volgens mij moet die meneer zelf een keer op reis gaan, in plaats van in zijn studiekamer in Venetie Plato en Aristotoles en Homerus te lezen)

Er was een man die zij dat hij het niet helemaal met zijn Joyce-interpretatie eens was. Dat Joyce meer dan hem met Homerus te kunnen vergelijken, in de nihilistische traditie van Duchamp staat, en het dadaisme. Het enige antwoord dat meneer daarop wilde geven was, met een lichtelijk autoritaire stembuiging: 'Nou, ik prefereer toch de mijne.' Met bijval van het publiek uiteraard, die in gelach en geklap uitbarsste en vervolgens alle pogingen van de man om een reactie te geven onderdrukte met uitlachen en een luid sssstttt!. (Ik ken James Joyce niet zo goed, maar volgens mij had de man best een punt)

Maar het was briljant om mee te maken, jammer dat ik mijn voice-recorder niet bij me had.

Het had mij een experiment geleken als hij nou een verhaal had verteld over een blauw olifantje in het bos, en er daarna de filosofische betekenis van had uitgelegd. volgens mij zouden de mensen dan nog steeds zo onwijs geinteresseerd zitten te kijken 'goh, wat een diepe dingen vertelt die man he (ik snap er geen barst van, maar hij is de autoriteit, dus hij zal wel heeeeele diepe dingen te zeggen hebben)

De mensen in het publiek waren zo onder de indruk van deze wijze man. Wat een schouwtoneel!

Ah, nog een leuk verhaaltje over italiaanse filosofen. Een docent aan de UvA had me al gewaarschuwd dat italiaanse docenten een soort van Goden zijn. Nou, ik heb er een ontmoet. In alles wat hij deed werd duidelijk dat hij degene was met autoriteit: zijn houding, zijn stembuigingen, de manier waarop hij studenten indringend in hun ogen keek terwijl hij door de zaal rondliep (terwijl die studenten vervolgens verlegen naar beneden staarden). Wanneer ik na college in een barretje openlijk mijn twijfels over enkele standpunten had geuit, werd ik door een italiaanse studente behoorlijk op mijn plaats gezet. 'Je moet niet denken dat je het beter weet dan hem, hij is een grote filosoof (daar komt'ie weer, dat gegooi met dat 'de grote ..') en heeft al 30 jaar Aristotoles gestudeerd. Bovendien is Aristoteles een grote filosoof, en je moet niet denken dat jij daar kritiek op kan hebben. Misschien moet je maar eens wat beter nadenken voordat je iets zegt. Zowiezo is filosofie er niet voor om je eigen mening te hebben. In filosofie studeer je de teksten van de filosofen en die probeer je zo goed mogelijk te interpreteren.'

Ook de docent was het daarmee eens: In het autoritaire spel was hij niet de hoogste baas. Nóg hoger stond voor hem dé filosoof : Aristoteles. Aristoteles’ macht was onaantastbaar. En ook daar was ik het niet mee eens. Ik vind dat Aristotoles al lang door de geschiedenis is ingehaald (ik ben niet de enige trouwens, laat ik dat er nog even bijzeggen).

Op een dag, tijdens een nogal saai college, zei de docent opeens, na minstens tien keer herhaald te hebben hoe ongelooflijk moeilijk het argument van determinisme wel niet was: 'In de filosofie zijn er geen leraren (ongetwijfeld had hij die opmerking niet zelf verzonnen, maar van iemand van de Filosofen met de grote F) en het onderwerp is zo moeilijk dat ik er zelf niet helemaal uit kom, dus zou ik jullie om hulp willen vragen.' En hoewel ik mezelf achteraf besefte dat dit helemaal niet als een uitnodiging tot discussie was bedoeld, maar meer als een poging willekeurige reacties van mondige studenten uit te lokken, om die vervolgens te weerleggen, besloot ik mijn kans te grijpen en in te zetten met een felle aanval op Aristotoles’ visie van determinisme. Ik zette er mijn Spinoziaanse visie van determinisme tegenover, met goede uitleg.

Ik wachtte gespannen af wat voor antwoord er zou volgen....
Niets! De docent verboog mijn argument zodat het niet mijn argument meer was en met een zwakke tegenwerping daarop besloot hij dat ik mijn zegje gedaan had. Hups, in de prullebak ermee.

Maar ik voelde me beledigd! Dat wat een groot punt zou moeten zijn om over te discussieren, dat wat Aristoteles' wereld had moeten laten beven en een fel licht had moeten werpen op wat er absoluut niet deugde aan de Aristotelesargumentatie, zodat alles duidelijk zou worden en de docent in het vervolg goed college zou kunnen geven over dit onderwerp, werd in twee minuutjes afgedaan en weggeworpen.

Dus ik ging naar de docent in de pauze, om uitleg te vragen. En die zei: 'Spinoza.....hmmm.....Dat is wat heel anders dan Aristoteles'

Manon: 'Ja zeker, heel anders. Maar waarom was u het nou niet met me eens?'

'Heel anders. Spinoza grijpt niet op Aristoteles terug. Meer op de stoici.'

Manon: 'Ja, maar hij was geen stoicus'

(zichtbaar ongemakkelijk)'uhmm..nee'
'Maar Spinoza is heel anders dan Aristoteles'

Manon -nog steeds vergezeld met een vriendelijke glimlach uiteraard-'Ah, is dat waarom u niet van Spinoza houdt?'

'Nee, Ik ben best geinteresseerd in de Stoici'

Dus. Daar kon ik het mee doen.

En toen volgde mijn straf: ik werd structureel genegeerd in het volgende college. Zijn fixatie op hulpeloze studentenblikken ging over van de student aan mijn ene zijde tot degene aan de andere zijde. Het Goden-ego was duidelijk gekwetst.

Italie en Filosofie: Geen goede combinatie.