zaterdag 27 oktober 2007

Dag

Inmiddels ziet een Manondag er ongeveer als volgt uit: Om een uur of 9 spannen al mijn rugspieren zich gezamenlijk aan vanwege het oorverdovende geluid van de wekker die zich iets te dicht naast mijn gevoelige oren bevindt. Dan schuivel..eehh schuifel (dankje Mig!) ik richting douche die altijd te koud is (maar ik prefereer mijn douchewater dan ook kokend, als het velletje blank blijft is het zeker te koud) en kom erachter dat het concept de avond vantevoren ontbijt kopen nog steeds geen gewoonte is geworden. Na enkele kruimeltjes achtergebleven ontbijt en een kopje sterpe italiaanse koffie loop ik, wakker inmiddels, naar mijn fiets (!) die me naar het centrum brengt. Om kwart voor 11 loop ik in verstelde pas (want ik denk nog steeds dat het een probleem is als je een half uur te laat college binnenkomt) langs alle andere studenten die (op hun gemak) Via Zamboni doorkruisen, om bij mijn italiaanse medestudenten te voegen bij het college psychologie van het geheugen. Na dat college heb ik nog twee uur om een beetje door Bologna te zwalken op zoek naar koffie, enkele reflecties van medestudenten en andere Bolognese kennissen en iets eetbaars, waarna tussen 3 en 5 het college ‘gechiedenis van de antieke filosofie’ begint. Twee uur reflectie over de betekenis van het begrip ‘geluk’ voor ons modernen, afgezet tegen de betekenis die de antieken aan dit begrip verleenden. Moe en voldaan van alle reflectie keer ik dan naar huis terug, waar ik wat over koetjes en kalfjes praat met de 68-jarige huisbazin, wat te eten maak, nog enkele filosofische reflecties van Spinoza (want die scriptie moet ook nog geschreven worden dit jaar) tot me neem en dan een soort om me dan aan een soort van fusion-cooking tussen de italiaanse keuken, enkele Manontoevoegingen en wat er voorhanden is in de koelkast. Dan resten er nog een paar uur hersendodende televisie maar toch ook erg vermakelijke (ik geloof dat het programma in Nederland ‘deal or no deal’ heet, zo heb ik me door mijn liefste zusje laten informeren). Oh en ik ben fan van de italiaanse dansen met sterren! Dit is voor maandag tot en met woensdag. Op donderdag en vrijdag bestaat de lesstof uit Japanse taal en cultuur, waar we in 2 lesdagen 70 karakters uit ons hoofd moeten leren. Geen gemakkelijke kost dus (en ook in het Japans is mijn handschrift niet om over, of mee, naar huis te schrijven) maar wel erg leuk. Mijn activiteiten in het weekend daar valt geen mouw op te.., geen spelt op te...(ik ben het gezegde kwijt) in het vooruitzicht staat een bezoekje aan Noord-Italie gepland (zeg maar tot aan Rome), verspreid over dit jaar.

zondag 21 oktober 2007

Piazza maggiore, Bologna

It's cold! And it's raining! I'm happy though, at the central square with my computer on my lap, connecting to the world..



raining in the sing.jpg
Originally uploaded by Securitas et Pax



Nederlandsche taal

Vorige week was zwaar want ik werd met een nieuwe taal geconfronteerd: Het Nederlands. Het leek of deze taal zich na anderhalve maand Italiaans stiekempjes via een zijdeurtje mijn hersenpan had willen verlaten. Ik riep het gelukkig nog net op tijd terug. "Riep? Is dat de verleden tijd van het werkwoord roepen?", vroeg ik afgelopen zaterdag in een staat van oprechte verbazing aan mijn vader. Paps antwoordde instemmend, maar met een lichte blik van wanhoop, waaruit sprak dat of misschien alle moeite om zijn dochter de eerste paar jaar van haar leven de beginselen van de Nederlanse taal bij te leren nu voor niets was geweest. Maar gelukkig, na 3 dagen hard oefenen kwamen de zinnen gelukkig weer een beetje terug.

Bezoek vanuit het thuisland

Paps en geliefde zusje Lisa kwamen vorige week donderdag om een uur of 11 ‘s avonds, en zijn gistermiddag (want ik schreef dit afgelopen woensdag) weer naar de (nu nog) koudere lage landen vertrokken. Ze hebben de bolognese mentaliteit van mijn sluwe en op de centen lettende (mama is er niets bij!) huisbazin ontdekt (mevrouw Palotti, voor de gelegenheid tot mevrouw Malotie omgedoopt), de ijsjes en de trattoria’s van Bologna ontdekt en de winkelgallerien van Milaan, een stad die overigens een beetje tegenviel als ‘creatieve stad’. Milaan lijkt meer een grijzemuizen werkstad waar af en toe een meeting is van creatievelingen in de mode wanneer de collecties worden getoond, of in design vanwege de salone di mobile. Maar Lisa vond alle vitrines van Armani, Dolce & Gabbana en Gucci (Viktor & Rolf niet gezien overigens, dat was wel jammer) natuurlijk geweldig, en de binnenkant van alle grote modewinkelketens die in elke grote stad hetzelfde zijn (Zara, H&M) en de Duomo was prachtig (van buiten tenminste, we zijn niet naar binnen geweest) Maandag hebben pappa en lisa het gebrek aan cultuur van Milaan nog even ingehaald in Ravenna, terwijl voor mij de dagelijkse collegecyclus weer begon. Gister hebben we gedrieen nog een afscheidspicknick bij het park (want het park bleek toch verder weg dan ik dacht) gedaan, en zijn onze wegen weer gescheiden.


dinsdag 16 oktober 2007

Bologna

Excuses dagboek, ik heb je verwaarloosd. Ik heb je niets verteld over de stad van de bogen, over de colleges die achter de bogen plaasvinden en de mensen die erachter wonen. La dotta, la grassa, la rossa….Bologna!

‘La dotta’ staat voor de geleerden. Bologna is geen plaats om te verdrinken in de lieflijke middeleeuwse omgeving, geen plaats om lange wandelingen te maken in de zomer (want daarvoor is het klimaat te Nederlands: zo humid (het nederlandse woord kan ik even niet vinden) dat je uit je voegen barst in de zomer. Eri s dan ook geen moer te beleven als het academisch jaar op zijn einde loopt), in Bologna leest men. Goed op te merken aan de oudste universiteit van Europa, met bijpassende studentendichtheid, en op elke hoek van de straat een boekwinkel met alle boeken die je kunt verzinnen. Alleen in het italiaans, dat wel. Voor de andere talen moet je naar de internationale boekwinkel.

‘La grassa’ betekent vet, maar betekent eigenlijk vooral dat je hier in Bologna zo lekker kunt eten. Veel vlees in de originale keuken, dat wel. Maar mij is toevertrouwd dat de italianen hun dieren als hun eigen kinderen behandelen, dus ik heb (vergeef mij die-hards) ook van de kadavers gegeten, en kan na in de afgelopen vier dagen vijf keer uit eten te zijn geweest deze uitrdrukking over Bologna met nadruk bevestigen.

‘La rossa’ betekent dat het Kommunistisch Manifest hier nog altijd levend is onder de bevolking. Ook dat heb ik gemerkt. Studenten die massaal in processie door de straten van Bologna marcheren tegen de macht van het kapitalisme, lezingen over het communisme (waar ik me overigens voor heb opgegeven, ben erg benieuwd naar wat voor strijdlust er leeft onder de studentenbevolking), krantjes met marxiaanse retorica waar marx nog wat van zou kunnen leren, en het kommunistisch manifest in twee talen voor maar 10,-. Dat ik daar met mijn Luis Vuitton collegetas rondliep was blijkbaar geen reden om me toch ook niet over te halen de collages te bezoeken, dus binnenkort zal ik ook met dit derde aspect van Bologna nader in contact komen.

vrijdag 5 oktober 2007

Wandeling door Bologna

Tegen het vallen van de avond, om een uur of 5 (hoewel de Italianen schijnen te vinden dat de avond al na hetmiddageten begint) maakte ik een rustig wandeligetje door de stad om even bij te komen van alle informatie die tijdens de colleges op me af was gevuurd, en opeens, in een klein verlaten straatje, hoorde ik prachtige vioolmuziek. Het was net een filmscene: als achtergrond het kleine straatje met huizen in alle schakeringen rood, de prachtige muziek als subtiele achtergrondmuziek om het dromerige karakter van het straatje te benadrukken en de hoofdrolspeler die, om even bij te komen van de informatie die tijdens de colleges op haar af zijn gevuurd, een wandelingetje maakt door de straatjes van Bologna. De muziek hint dat haar daar om de hoek misschien wel een verrassing staat te wachten, zij het de liefde van haar leven, zij het een wrede moordenaar.

Echter, om de hoek gekomen merkte ik dat de sfeer van de muziek en die van de enschenering inmiddels flink uit elkaar begonnen te lopen. Om de hoek werd ik eerst aangestaard door een bewakingscaerra, waarna ik twee tellen later werd begroet door een onwelriekende urinegeur. Ineens werd de situatie duidelijk. Deze prachtige vioolmuziek is geen welwillend gebaar van het goedige Bolognese stadsbestuur aan zijn burgers geweest, maar het is dezelfde tactiek –alleen een stuk eleganter uitgevoerd – als in de Amsterdamse metrohallen wordt ingezet om bivakkerende junkies te weren van rustige en afgelegen plekjes in de stad. Wellicht ljik ik met mijn eerste associatie overde herkomst van deze muziek een naiĆ«ve dromer voor u, nuchtere Hollanders, maar ik zweer u: dat is niet mijn schuld. Want in zo'n prachtige omgeving vergeet men al gauw het bestaan van een of andere harde realiteit. Een realiteit die overigens snel weer terugkeert wanneer men bijna wordt geschept door een autobus die in volle vaart langsscheurt. Maar wat eigenlijk het allerbelangrijkste is wat ik hier terugvind en die maand in Siena heb gemist: fietsen! Tja, ik blijf toch een Nederlander...